Van Gogh Museum

Het Van Gogh Museum bestaat uit twee gebouwen: het hoofdgebouw, ontworpen door
Gerrit Rietveld en geopend in 1973, en de in 1999 opgeleverde tentoonstellingsvleugel
van de architect Kisho Kurokawa. De architectuur van het museum heeft een gevarieerde geschiedenis: naast de twee genoemde architecten hebben diverse andere ontwerpers
een bijdrage geleverd aan het afbouwen, herbouwen of verbouwen van delen van beide panden.
Het Van Gogh Museum huisvest de grootste collectie werken van Vincent van Gogh
ter wereld. De verzameling bevat ruim 200 schilderijen, 500 tekeningen en 700 brieven
van de kunstenaar, alsmede diens verzameling Japanse prenten.
De collectie was oorspronkelijk in bezit van Theo van Gogh (1857-1891), Vincents
jongere broer. Bij Theo's dood ging de verzameling over in handen van zijn weduwe,
Johanna van Gogh-Bonger (1862-1925). Zij verkocht een aantal werken, maar hield
een ensemble bijeen dat representatief is voor Van Goghs oeuvre. Na haar overlijden
kwamen de kunstwerken in bezit van haar zoon, Vincent Willem van Gogh (1890-1978).
Op initiatief van de Nederlandse Staat droeg hij de collectie in 1962 over aan de
Vincent van Gogh Stichting. Als permanent bruikleen vormen zij de kern van de
verzameling van het Van Gogh Museum.
Daarnaast bezit het museum een omvangrijke collectie werk van andere 19de-eeuwse kunstenaars: tijdgenoten en vrienden van Van Gogh waaronder Paul Gauguin en
Henri de Toulouse-Lautrec, maar ook oudere meesters die hij bewonderde, zoals
Léon Lhermitte en Jean-François Millet. Een groot deel van deze werken was bijeen-
gebracht door de broers Van Gogh. Het museum heeft deze verzameling verder
uitgebreid door middel van aankopen en door bruiklenen van andere culturele instellingen.

Links
www.vangoghmuseum.nl

 
 
 
 

©2009 Dori Kaden