Koninklijk Paleis

Na de tachtigjarige oorlog met Spanje ging Amsterdam een gouden eeuw van rijkdom tegemoet. Er kon met de bouw van het grootste niet-kerkelijke gebouw ter wereld
worden begonnen. Het stadhuis op de Dam.

Het Paleis werd oorspronkelijk niet gebouwd als paleis. Geen koningen, maar
burgemeesters zouden er gebruik van maken. In 1655 werd het ingewijd door de
vier burgemeesters die de stad toen rijk was. In 1697 was het pas helemaal voltooid.
Het gebouw staat op 13.659 palen en kostte 8,5 miljoen gulden, een gigantisch bedrag
in die tijd. Jacob van Campen was de architect en alle beeldhouwwerken, en dat waren
er nogal wat, werden gemaakt door Artus Quellijn.

Hoewel het stadhuis al in 1808 als paleis diende, werd het pas in 1939 officieel paleis.
Voor tien miljoen gulden kocht het rijk het gebouw van de stad. De koningin is er echter
bijna nooit te vinden. Slechts bij officiële ontvangsten en feesten is haar aanwezigheid gebruikelijk. Het Paleis wordt wel gebruikt als overnachtingsmogelijkheid voor
staatsleiders en ander hoog bezoek. De privé-vertrekken zijn dan ook uitgerust met
de modernste bedden en badkamers. Leuk detail bij de bezoeken van Beatrix aan
het Paleis is dat de opwindklokjes uit de tijd van Napoleon, die overal in het gebouw
staan, alleen dan worden opgewonden wanneer zij in aantocht is.

Het stadhuis werd gebouwd in een stijl die Nederlands neoklassiek wordt genoemd. Dit
houdt in dat invloeden uit de Griekse en Romeinse oudheid overal terug te vinden zijn.
Er hangen schilderijen die mythische verhalen verbeelden. Maar naast alle symboliek uit
de oudheid is het ook duidelijk dat Amsterdam in de zeventiende eeuw fanatiek
calvinistisch was. Niet alleen zijn bijbelse motieven overal te herkennen, maar ook
de terechtwijzende en waarschuwende vinger is hier en daar aanwezig.

Links
www.koninklijkhuis.nl

 
 
 
 

©2009 Dori Kaden