Begijnhof

Ondanks de vele bezoekers is het Begijnhof in hartje Amsterdam nog steeds een idyllisch plekje. Een weldadige rust straalt van de huizen uit die gegroepeerd zijn rond een kerkje
en twee bleekvelden. Vroeger werd hier de was te drogen gelegd. Al ruim zes eeuwen
leven vrouwen op dit hof.

Het is het eerste hofje dat in middeleeuws Amsterdam wordt gesticht. Maar het is niet
zoals latere hofjes een voorziening voor hulpbehoevende ouderen. Het Begijnhof is
een geloofsgemeenschap van vrome, katholieke vrouwen. Het biedt een vroege vorm
van vrouwenemancipatie. In een tijd waar mannen de dienst uitmaken in het kerkelijke
leven en op de universiteit. De vrouwen op het hof gehoorzamen een pastoor. Deze
pastoor kunnen ze aanvankelijk zelf benoemen. Ze kiezen uit hun midden een
meesteres die de pastoor bijstaat.

Het leven van de Begijnen is opgebouwd rond bidden en werken. Ze zorgen voor
zieken en hulpbehoevenden. Sommige vrouwen geven ook les. Er zitten veel
welgestelde vrouwen bij uit invloedrijke families. Maar ook minder welgestelde.
Ze voorzien in hun levensonderhoud door uit wassen te gaan of naaiwerk te verrichten.
Ze mogen geen vriendschap sluiten met buitenstaanders of cadeaus aannemen.
De poortzuster ziet streng toe wie in en uit het hof gaat. 

Op 23 mei 1971 overlijdt de laatste Begijn, Zuster Antonia, op 84-jarige leeftijd.
Sindsdien is het Begijnhof eigenlijk geen Begijnhof meer. Wel wonen er nog steeds alleenstaande katholieke vrouwen of weduwen vanaf een leeftijd van dertig jaar.
De Stichting Begijnhof verhuurt de appartementen.

Links
www.amsterdam.nl
www.begijnhofamsterdam.nl

 
 
 
 

©2009 Dori Kaden